Op zondag 18 juni heb ik deelgenomen aan de Zomerwandeling van De Grenslopers. Omstreeks 8 uur ben ik met Ad en Marion gestart bij Hotel-café-restaurant ‘De Drie Linden’. We liepen over de Kapellerweg het dorp uit langs de Heilig Kruiskapel uit 1727. We wandelden over de Kapeldijk en liepen door de bossen achter het bungalowpark ‘De Koperteut’. Dit bungalowpark werd in het midden van de jaren 60 aangelegd door de door de AMRO-Bank voor haar medewerkers en hun gezinnen om een of twee weken de stad te verruilen voor een vakantie in de natuur. Wij wandelden in de richting van de ‘Bronzen Toppen’.
Hier liggen aan de Postelscheheideweg de kleiduivenschietbaan van ‘De Grensschutters’ en de negen schutsbomen van het
Gilde Sint Martinus. Hier stond onze Kadi-wagen opgesteld en namen we onze 1e koffiepauze. Dit terrein, vroeger een heide met her-en-der wat vliegdennen, was eigendom van baron de Broqueville en ligt bijna op het hoogste punt van de provincie Noord-Brabant. De mensen spraken over ‘de baron zijn toppen’. Het terrein kreeg later de naam ‘Bronzen Toppen’. En zo komen we aan prachtige toponiemen.
Marion en Ad liepen de 21 km. route, de route met een lus door ‘de Pielis’. Omdat ik ’s middags andere verplichtingen had koos ik voor de 15 km. route. Ik steek de Postelscheheideweg over en wandel de gemeentebossen in, richting grenspaal 192. Deze grenspaal is gelegen nabij het natuurreservaat het Riebos. Onderweg passeerden mij enkele aanspanningen met paarden.
Ik wandel langs enkele akkers, waar als gevolg van de droogte, de gewassen worden beregend met regenhaspels. Ik wandel richting de Zwarte Horst. Deze naam is afkomstig van het oude toponiem ‘Zwarte Horstweijer’. Weijers waren natte laagtes, vaak kleine vennen, in het landschap voor de ontginning in de vijftiger jaren van de vorige eeuw. De Zwarte Horst was voor de ontginning eigendom van Graaf Gilles de Pélichy uit Brugge (B), J.J. Peels en Van den Dungen uit Waalre en lag op het grondgebied van de toenmalige gemeente Luyksgestel. Ter hoogte van de Zwarte Horst wandel ik weer de gemeentebossen in richting De Stevensbergen.
De Stevensbergen is een klein natuurgebied van 24 ha. Het is een voormalig heideveld met nog enkele stuifzandresten. De Stevensbergen zijn eigendom van de Vereniging Natuurmonumenten. De Stevensbergen staat bekend als een rijk reptielengebied: men vindt er de gladde slang en de levendbarende hagedis.
Op het terrein komt ook de nachtzwaluw voor. In de jaren zeventig was er een motorcrossterrein in de Stevensbergen. De toenmalige jonge burgemeester Frank Houben maakte hier snel een einde aan. Ik kom uit de Stevensbergen, steek de Postelscheheideweg weer over en neem plaats op het terras bij de Kadi-wagen voor de tweede rust.
Vanaf de rustpost wandelde ik door het waterwingebied langs de pompputten van ‘Brabant Water’. Het water wordt getransporteerd naar het pompstation in Boscheind. Ik loop door de gemeentebossen ten zuiden van de gesloten camping ‘De Zwarte Bergen’ (wanneer wordt begonnen met de bouw van ‘Forest Village’?). Over het Zoeferlooppad en de Waterkuilen wandel ik richting de witte molen ‘de Deen’. Ik loop over het industrieterrein, neem de Zoeferbeemd en ga rechts af de Rijt op en kom rond 11 uur weer aan bij
de ‘Drie Linden’.
Léon Clemens