Van het begin tot het einde genieten
Op zaterdag 5 oktober heb ik deelgenomen aan de Geuldal wandelmarathon van Hauset (B) naar Vilt. Om 6 uur ’s morgens heb ik me gemeld bij het inschrijfbureau in café ‘Cascade’ in Vilt.
Omstreeks 6.15 uur vertrok ik per touringcar naar het startpunt in de Kerkstraat in Hauset, in de Duitssprekende Oostkantons in België.
Om 7 uur startte ik, nog in het donker, met onze marathonwandeling van 42 km. De tempratuur was rond het vriespunt.
Hauset in bekend van de Rochuskapel en de Hammerbrug, welke de spoorlijn in het Geuldal naar Luik en Aken overbrugt.
Ik wandelde onder de Hammerbrug door richting Hergenrath en Kelmis. De spoorbrug ligt op het traject Aken-Luik.
Op een heuvel bij Hergenrath maakte ik een foto van het dorp Kelmis. In het midden van de foto is het gebouw van het Museum Vieille Montagne Kelmis goed te zien. Het museum toont de geschiedenis van de mijnbouw en zinkindustrie in Neutraal-Moresnet. Hier liggen o.a. de roots van Union Minière (zinkfabriek) in Balen. Een mooi museum, een bezoek waard! In Kelmis passeerde ik de Rochuskapel uit 1650. Via Moresnet wandelde ik richting Plombières. Dit deel van de wandeling valt samen met de nieuwe meerdaagse wandelroute Venntrilogie. [De 109 kilometer lange wandelroute door de Oost-kantons loopt vanaf Vaals, Eynatten, Eupen, Botrange, Malmedy, Robertville met als finishplaats Bütgenbach / www.ostbelgien.eu/nl/venntrilogie]
Omstreeks 10 uur bereik ik in Plombières onze tweede rustplek. Een fraaie najaarszon is opgekomen en het kwik is inmiddels gestegen tot een graad of 13-14. Ik doe mijn jas uit en mijn korte broek aan. Na de koffie en een krentenbol zet ik de tocht voort richting Epen.
Ik volgde de Geul door dit mooie natuurgebied richting Nederland. Ik passeerde de Golfclub Mergelhof en wandelde iets verder op tussen de de chalets door over camping ‘Le Vieux Moulin’. Nabij de grens stromen de Cottesserbeek en Beversbergbeek in de Geul. Aan de Nederlands-Belgische grens ligt de Heimansgroeve. De groeve ligt ten noordwesten van Cottessen en ten zuiden van Camerig. Vroeger werd er in een kleine groeve gesteente gewonnen voor het verharden van wegen. De groeve is een geologisch monument dat wordt beheerd door het Het Limburgs Landschap.
Ik liep langs de Geul richting De Volmolen in het buurtschap Plaat ten zuiden van het dorpje Epen.
De Volmolen is gelegen aan een zijtak (Kleine Geul) van de Geul. De molen is gesticht in de 17e eeuw. De graanmolen was in werking tijdens mijn korte bezoek. Vereniging Natuurmonumenten de eigenaar van de molen.
Via het wandelpad A Generaal Uil liep ik richting het dorp en passeerde herberg ‘De Smidse’, een populaire pleisterplaats aan de rand van het Geuldal. Over het fraai met groen omzoomde Terpoortenerkerkpad wandelde ik naar ‘Het Patronaat’ voor de derde rustpauze. Het was inmiddels rond de 20 graden geworden, zodat ik ook mijn trui uit deed. Na de koffie ging ik op weg naar Gulpen.
Ik wandelde Epen uit in de richting van Camerig. In het Geuldal pakte ik de route langs de meanderende Geul weer op, passeerde het gehucht Hurpesch en liep naar het dorpje Mechelen. Gezegd wordt dat in Mechelen de meeste vakwerkhuizen van het heuvelland staan. Ik stak de Hoofdstraat over bij Hotel Brull en volgde het pad langs de Geul tot aan de Oude Heirbaan. Bij de gerestaureerde ‘Hoeve De Bek’ gaat deze over de Oude Akerweg tot aan Gulpen. Bij hotel Gulpenerland stak ik de Rijksweg over. Over het Burggravervoetpad wandelde ik langs de Gulp het dorp binnen. In het nazomerse weer liep ik in mijn T-shirt naar de koffiestop bij grand- café ‘Galouppe’ in de Dorpsstraat. Na een kop cappuccino op weg naar Schin-op-Geul. Via het Brouwersbos wandelde ik dwars door het gehucht Stokhem om verder te lopen over de Stokhemmergats. Bij Hoeve Schoonzicht komt de Geul vanaf Wijlre en volgt zijn weg richting Schin-op-Geul. Ik passeerde de campings ‘Gele Annemoon’ en ‘De Gronselenput’ aan het wandelpad naar Schin-op-Geul. De laatste rust was in gemeen- schapshuis ’t Gebouw, vandaar was het nog 6,5 km naar Vilt.
Ik wandelde Schin-op-Geul uit via het Beverpad en het Oosterweg voetpad langs de Kleine Geul. Onderweg passeerde ik de ‘Drie Beeldjes’ bij Oud-Valkenburg. De groep bestaat uit een houten kruis met Christus op een hardstenen niskapelletje voor de H. Rochus, geflankeerd door twee kapelletjes met beelden van Maria (links) en Johannes (rechts). Bij een speeltuin verlaat ik de Oosterweg en volg de Kleine Geul die Valkenburg binnenstroomt.
Bij hotel ‘Walram’ in Valkenburg splitst de Kleine Geul zich in twee takken om zich weer samen te stromen ter hoogte van het Odapark. Het is bijna niet voor te stellen hoeveel ellende en schade deze lieflijke stroom in juli 2021 veroorzaakt heeft (op de volgende pagina heb ik nog twee foto’s bijgevoegd van de wateroverlast). Ik verlaat Valkenburg weer via de Plenkertstraat en het voetpad langs de Geul. Ik ga linksaf en liep door het bos omhoog over de Houthemmerdelweg richting het eindpunt café ‘Cascade’ in Vilt.
Rond 5 uur ’s middags arriveerde ik in Vilt en zat mijn wandelmarathon er op. Het was een prachtige wandelroute, vooral het ongerepte natuurschoon in België. Ik had goeie benen vandaag. Daarnaast was het erg mooi nazomer weer. Met een ‘La Trappe’ trappist op het terras van café ‘Cascade’ besloot ik mijn wandeldag.
Tot slot een kleine ode aan de Geul: .
Al loupend langs de Geul.
Bekruup mich altied dat geveul.
Dat wat allein ‘nne bok* kint.
Wat dit rivierke bemint.
Want biste dao gebore.
Dan kinste de gebruke en folkore.
En geiste ooit dao weg.
Dan is dat tiedelijk, mér nooit ech.
(* inwoner van Valkenburg)
Léon Clemens